Het begin van ’the Bite-Sized Backpacker’
In een grote fabriek in Almelo werd op een dag een klein knuffelluipaardje geboren. Samen met zijn broers en zussen werd het luipaardje getagd en ingepakt, klaar om de wereld in gestuurd te worden. Tijdens de reis werd hij in de chaos gescheiden van zijn broers en zussen. Angstig en alleen wachtte hij zijn lot af in een donkere, overvolle kist. Bibberend van angst sloot hij zijn ogen…
Een nieuwe vriend
Het duurde enkele dagen voordat het weer licht werd. Voor het kleine diertje hadden het echter net zo goed weken geweest kunnen zijn. Toen het luipaardje eindelijk de moed had verzameld om zijn ogen weer te openen, onthulde zich een spiksplinternieuwe wereld voor zijn ogen; een wereld vol kleurrijk speelgoed, en met knuffels in alle soorten en maten. Naast hem zat een lange giraf, een wezen zo groot dat het kleine luipaardje zich een beetje geïntimideerd voelde. De giraf zag het bibberende luipaardje zitten en glimlachte naar hem. ‘Maak je geen zorgen, mijn vriend’, sprak hij met een zachte en vriendelijke stem, ‘hier ben je veilig. De duisternis zal je hier niet vinden.’ Het luipaard knipperde even met zijn ogen en staarde het lange gele beest vragend aan. ‘Wat ben jij een pluizig klein ding,’ lachte de giraf. “Wat is je naam?’
Het luipaard schudde zijn hoofd. ‘Ik weet het niet’, zei hij, ‘dat heeft nog nooit iemand aan me gevraagd.’ De giraf lachte. ‘Maak je geen zorgen, kleintje. Op een dag zal iemand het je vertellen. Op een dag zul je – ‘. Uit het niets greep een grote roze klauw met vijf tentakels de giraf bij zijn nek, en tilde hem moeiteloos de lucht in. Aan de klauw zat een enorm wezen vast, gekleed in vreemde gewaden. Piepend van angst dook het luipaard naar het hoekje van de plank waar hij op stond. Wat was dat? Wat voor enorm monster had zijn nieuwe vriend te grazen genomen?
Met enkele grote passen stapte het vreemde wezen met de giraf in zijn hand door een heldere, witte poort, en verdween. Het luipaardje huiverde van angst; hij wist niet hoe snel hij weg moest komen! Wanhopig dook hij in een hoek achter een rij zwarte muizen gekleed in vreemde rode korte broekjes. Het luipaardje sloot zijn ogen en begon te tellen, in de hoop dat de gevaren van de buitenwereld hem niet zouden vinden…
Het Verenmonster
Maanden gingen voorbij. Vanuit zijn schuilplaats achter de zwarte muizen zag het luipaard bang toe hoe het ene na het andere knuffeldier op zijn plank door de Klauw werd meegenomen. Gelukkig leek het beest hem nooit op te merken. Zijn ‘muizenhol’ bood hem beschutting tegen het beest… maar hun bescherming zou niet eeuwig duren.
Op een dag keerde de Klauw terug. Bozer dan ooit veegde het monster alle knuffelbeesten in één grote beweging van hun plek. De muizen die het luipaardje bescherming hadden geboden vielen om, en tuimelden de afgrond in. Een roze gevederde stok begon agressief over de plank te borstelen, alsof hij de sporen van de vreselijke daad van de Klauw wilde uitwissen. Plots verdween het roze Verenmonster, even snel als het verschenen was. Het kleine luipaard knipperde even met zijn ogen en hief zijn hoofd op, om vanachter een van de omgevallen muizen naar buiten te gluren. Hij slaakte een gil – de Klauw kwam met volle kracht op hem af! Verschillende muizen vlogen door de lucht. Het Verenmonster danste over de plank. Overmand door angst viel het luipaard flauw…
De kooi
Langzaam kwam het luipaardje weer bij bewustzijn. Slaperig keek hij om zich heen: hij zat gevangen in een kleine witte kooi. Hij was samen met verschillende andere bange knuffels opgesloten in een ijzeren gevangenis. Een rood bord aan de rand van de kooi was beschreven met een onheilspellend woord: “koopjes”. Wanhopig probeerde het luipaard uit de kooi te klimmen, maar het lukte hem niet om uit de benauwende gevangenis te ontsnappen.
Plotseling verscheen er een vreemd figuur in de poort van licht. Het liep naar de kooi, stak zijn klauw in de witte gevangenis en sloot zijn tentakels om een kleine tijger. Het luipaardje sloot zijn ogen, in de hoop dat de Klauw de tijger zou meenemen en hem zou laten leven… maar een zachte dreun kondigde de terugkeer van de tijger in de gevangenis aan. Het kleine luipaard opende zijn ogen, nog net op tijd om te zien dat de Klauw recht op hem af kwam. De Klauw pakte hem vast en tilde hem de kooi uit. Hoezeer het kleine luipaardje ook worstelde, het lukte hem niet om te ontsnappen.
Het klauwdier hief hem in de lucht, en keek hem even doordringend aan. Het begon door de kleurrijke kamer te lopen waar het luipaardje vanaf zijn plank altijd over uitgekeken had. Het klauwdier stopte bij een groot bureau en gaf een klein groen papiertje aan een tweede klauwdier met lang haar en grote, ronde ogen met zwarte randen. Het klauwdier draaide zich om en begon naar de helderwitte poort aan de voorkant van de kamer te lopen… De plek waar nog nooit een knuffeldier van was teruggekeerd. Het kleine luipaardje vocht met man en macht tegen de Klauw, maar er was geen enkele manier om te ontsnappen. Met het luipaardje in zijn hand stapte het wezen door de lichtpoort… en veranderde daarmee het hele leven van het kleine knuffeldiertje.
De mensenwereld
Aan de andere kant van de poort ontdekte het kleine luipaard een heel nieuwe wereld; een wereld waar miljoenen klauwwezens – blijkbaar ‘mensen’ genoemd – samen leefden, werkten en speelden. De mens die hem uit de kooi had gehaald heette “Pim”, en hij was een regisseur. Pim legde aan het luipaard uit dat hij op zoek was naar een knuffelbeest dat dapper en zelfverzekerd genoeg was om een rol te vervullen in zijn nieuwste speelfilm “Acht“. Verrast door de beweegredenen van de mens – en door zijn verlangen om meer van de wereld te zien – stemde het luipaardje in om voor de camera’s te verschijnen. Zijn nieuwe leven met mens Pim leek hem meer vrijheid te bieden dan hij ooit had gehad.
Een filmster
Herboren op 14 juni 2008 kreeg het kleine luipaardje eindelijk een naam: Fluffy. Fluffy H. Nijdam. De film die hij samen met zijn mens zou opnemen zou een scène bevatten waarin de hoofdpersonages pluizige roze handboeien gebruikten om in de keuken te “knuffelen”. De pluizige handboeien, ook wel ‘fluffy handcuffs’, werden op dezelfde dag als Fluffy gekocht tijdens het inkopen van rekwisieten voor de film. De bijnaam ‘Fluffy’ werd afgeleid van de knuffelbare handboeien en in het script van de film verwerkt. Fluffy zelf speelde in “Acht” een cadeautje voor hoofdpersoon Maaike Nijdam. Zo vertolkte Fluffy een gefictionaliseerde versie van zichzelf in de speelfilm, die in de hoofdrollen de mensen Robin ten Broek en Yvonne Oldenhof had.
De filmopnames markeerden het begin van Fluffy’s avonturen in de mensenwereld. Samen met Yvonne, Pim en Robin werkte hij er hard aan de speelfilm af te ronden. Het team filmde in Hengelo en Ermelo en verkende nationaal park de Hoge Veluwe. Tijdens de opnames kreeg Fluffy zijn eigen bed toebedeeld, ontwikkelde hij een hechte vriendschap met zijn menselijke co-acteurs en ontmoette hij diverse anderen mensen.
Een ‘bite-sized’ backpacker
Het duurde niet lang voordat Fluffy beroemd werd. Nadat “Acht” weer uit de bioscopen verdween besloot hij dat hij meer van de wereld wilde zien. Samen met Pim en diens vriend Martin reisde hij met de trein naar Stavanger, Noorwegen, en reisde hij door acht landen om daar te komen. Het uiteindelijke plan was om in Noorwegen hun vriend Ola te bezoeken, een mens met de bijnaam “de girafman”. Ola had zijn bijnaam te danken aan zijn voorliefde voor giraffen. Tijdens een avondje uit op 6 juni 2009 had Ola een bizarre weddenschap afgesloten met zijn beste vriend Jørgen: Jørgen had Ola uitgedaagd om vóór begin 2011 een miljoen handgetekende giraffen te verzamelen via social media. De weddenschap leidde tot de oprichting van het project “One Million Giraffes“.
Pim, Martin en Fluffy hadden Ola geholpen door een paar giraffen te tekenen en op te sturen, en wilden de inmiddels legendarische giraffenverzamelaar nu persoonlijk ontmoeten. De reis van het trio naar Noorwegen markeerde het begin van een reeks reizen die het kleine luipaard meermaals door heel het Europese continent zou leiden. Dat, en zijn vele reizen die buiten Europa op hem lagen te wachten, leverde hem de bijnaam “the bite-sized backpacker” op – oftewel: ‘de kleine backpacker’.
Welkom in Transsylvanië
Fluffy raakte er aan gewend altijd onderweg te zijn, en begon te verlangen naar een nieuwe plek om te wonen. Hij overtuigde zijn mens ervan een baan te zoeken in de mystieke regio Transsylvanië in Roemenië, waar ze niet lang daarvoor waren geweest op hun reizen. Terwijl zijn mens voor de Roemeense nationale televisie begon te werken, verkende Fluffy hun nieuwe omgeving.
Op een avond trok Fluffy’s mens eropuit om met een paar vrienden af te spreken die er blijkbaar van hielden ‘op de bank te surfen’. Diezelfde nacht schrok Fluffy wakker van het geluid van zijn mens die terugkeerde van zijn avondje uit. Er was die nacht iets vreemds aan zijn gedrag; hij leek… anders dan normaal. De volgende ochtend ontdekte Fluffy twee kleine gaatjes in Pim’s nek…
Eén mens, twee mensen
Twee dagen later stelde Fluffy’s mens hem voor aan een kleine Transsylvanische vrouw. Deze vrouwelijke mens noemde zichzelf Rebeka – kortweg ‘Beki’. Slechts zes dagen na Pim’s uitje met zijn surfmaatjes kwam ze bij Fluffy en zijn mens in hun appartement wonen. Hoewel Fluffy aanvankelijk een beetje bang was voor de nieuwe mens besefte hij al snel dat het houden van twee mensen nog beter was dan het houden van eentje: met zijn tweeën konden de mensen meer geld verdienen voor Fluffy’s reizen, ze konden een groter nest bouwen en tijdens het backpacken konden ze al zijn bagage dragen! Daarbovenop was zijn nieuwe mens ongelooflijk zacht en bleek ze dol te zijn op knuffelen. Het jonge luipaard schatte de zaak in als een win-winsituatie, en besloot de nieuwe mens te houden. Hij deelde aan zijn mens mee dat hij de nieuwe toevoeging aan hun huishouden goedkeurde, en dat ze ook met hen mee op reis mocht.
Twee maanden later lieten Fluffy, Pim en Beki Roemenië achter zich om nieuwe avonturen te beleven. Samen reisden ze door meer dan 50 landen, en ontmoetten ze onderweg talloze nieuwe reizende mensen – en reizende knuffels!